Pensioen omhoog vanaf 2026? Misschien kun je eerder stoppen dan je dacht

05 oktober 2025

Stijgt jouw pensioen vanaf 2026? Dan komt eerder stoppen met werken ineens binnen handbereik

Goed nieuws voor deelnemers die hun pensioen via een pensioenfonds opbouwen. Hun pensioen gaat in 2026 waarschijnlijk flink omhoog. Dit heeft alles te maken met de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. De verhoging van het ouderdomspensioen maakt het financieel eenvoudiger om eerder te stoppen met werken. Ook minder gaan werken richting pensioendatum en deeltijdpensioen komen nu ineens binnen handbereik. Hoe dit precies zit leggen wij graag uit.

Nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen)

Uiterlijk op 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen in Nederland voldoen aan de nieuwe pensioenwetgeving. Dit geldt zowel voor pensioenregelingen die worden uitgevoerd door een pensioenfonds als voor regelingen die worden ondergebracht bij een pensioenverzekeraar of premie­pensioeninstelling (PPI).

In het oude pensioenstelsel moesten pensioenfondsen relatief grote buffers aanhouden, om met een ‘grote mate van zekerheid’ de maandelijkse pensioenuitkeringen te kunnen blijven betalen aan hun deelnemers. De hoogte van die buffer wordt uitgedrukt in de zogenaamde dekkingsgraad. Een pensioenfonds met een dekkingsgraad van 125% heeft bijvoorbeeld voor elke € 100 aan pensioenverplichtingen € 125 in kas.

Waarom verhoging van het pensioen?

In het nieuwe pensioenstelsel hoeven pensioenfondsen minder reserves aan te houden. De hoogte van de jaarlijkse pensioenuitkering fluctueert dan immers mee met de ontwikkelingen op de financiële markten en de levensverwachting en staat niet meer vast. Hierdoor kunnen pensioenfondsen bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel reserves gebruiken om hiermee het pensioen van de deelnemers te verhogen. Zij zullen meestal niet alle reserves gaan uitkeren omdat men in het nieuwe pensioenstelsel ook de mogelijkheid wil houden om grote schommelingen in de pensioenuitkeringen tegen te gaan. Dit noemt men dan de solidariteitsreserve.

Drie grote pensioenfondsen stappen per 1 januari 2026 over op het nieuwe pensioenstelsel

Het pensioenfonds voor de zorg (PFZW), de bouw (bpfBouw) en pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) hebben recent aangekondigd dat zij per 1 januari 2026 zullen overstappen op het nieuwe pensioenstelsel. Het pensioen dat deelnemers al hebben opgebouwd gaat ook mee over. Alle deelnemers krijgen een brief met een voorlopige berekening van hun nieuwe persoonlijke pensioen.

Op basis van de huidige financiële situatie kunnen deelnemers rekenen op een flinke stijging van hun pensioen, zo werd deze week bekend. PFZW verwacht de pensioenen te kunnen verhogen met ongeveer 7 tot 10%, terwijl bpfBouw zelfs spreekt over een mogelijke stijging van zo’n 20%. Daarnaast kunnen sommige deelnemers een extra compensatie ontvangen als de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel voor hen ongunstig uitpakt. Ben je deelnemer bij ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland? Dan moet je nog iets langer wachten: ABP stapt pas op 1 januari 2027 over naar het nieuwe stelsel.

Goed om te weten: bij pensioenfondsen wordt het bestaande pensioenvermogen straks omgezet naar het nieuwe stelsel. Dat heet invaren. Bij verzekerde pensioenregelingen en PPI’s speelt dit niet. Daar worden de opgebouwde pensioenaanspraken gerespecteerd en gelden de nieuwe regels alleen voor toekomstige opbouw. Van invaren en verhogingen is hier dus geen sprake. Wel hebben de deelnemers hier nog de mogelijkheid om op de pensioendatum een garantiepensioen aan te kopen.

Eerder stoppen met werken en deeltijdpensioen wordt hierdoor sneller mogelijk

Niet iedereen ziet zichzelf tot 68 jaar fulltime doorwerken. Veel mensen willen eerder stoppen met werken, om meer tijd te hebben voor zichzelf, hun gezin of vanwege hun gezondheid. Anderen kiezen voor een tussenweg: stap voor stap minder werken richting hun pensioen. Zo verloopt de overgang geleidelijker en blijft er ruimte om te genieten, terwijl het salaris nog deels doorloopt.

Wie zijn pensioen vervroegt, ontvangt over een langere periode pensioen en daardoor een lagere jaarlijkse pensioenuitkering. Door de aangekondigde verhogingen van de hiervoor genoemde pensioenfondsen wordt dit nadeel echter (deels) gecompenseerd. In sommige situaties blijft de uiteindelijke pensioenhoogte daardoor zelfs gelijk, terwijl het pensioen eerder ingaat. Hierdoor ontstaat er geen inkomensterugval als men eerder stopt met werken of met deeltijdpensioen gaat. Dit maakt het financieel nog aantrekkelijker om eerder te stoppen of richting de pensioendatum minder te gaan werken.

Voorbeeld BpfBouw

Karel bouwt sinds zijn 25ste pensioen op bij het pensioenfonds voor de bouw. Inmiddels is hij 63 jaar. Zijn gezondheid gaat wat achteruit en hij merkt dat het werk hem zwaarder valt. Tegelijkertijd geniet hij volop van zijn drie kleinkinderen, met wie hij graag meer tijd wil doorbrengen. Daarom denkt hij erover om drie jaar eerder met pensioen te gaan. Op dit moment heeft Karel een ouderdomspensioen opgebouwd van € 25.000 per jaar (uit te keren vanaf zijn 67-ste).

bpfBOUW stapt per 1 januari 2026 over op het nieuwe pensioenstelsel. Stel dat het pensioen van Karel daardoor met 20% wordt verhoogd, dan stijgt zijn opgebouwde ouderdomspensioen van € 25.000 naar € 30.000 per jaar.Wanneer Karel besluit om zijn pensioen drie jaar eerder te laten ingaan – dus vanaf zijn 64e – wordt de jaarlijkse uitkering 17% lager (bron: Pensioenreglement bpfBOUW, 1 januari 2025). Daarmee maakt Karel gebruik van de mogelijkheid tot flexibele pensionering (artikel 13 lid 4 en artikel 16 lid 3 van het Pensioenreglement Bouwnijverheid). Concreet betekent dit dat Karel vanaf zijn 64-ste een ouderdomspensioen ontvangt van € 24.900 per jaar. De hoogte van dit pensioen kan in de toekomst nog worden aangepast aan ontwikkelingen op de financiële markten en de levensverwachting.

Conclusie: Karel heeft hierdoor een extra inkomen gecreëerd van € 24.900 tussen zijn 64ste en 67ste. Afhankelijk van zijn uitgaven, wensen en overige bezittingen kan hij besluiten om op zijn 64-ste met pensioen te gaan.

Pensioen vervroegen altijd slim?

De kern van eerder stoppen met werken is eenvoudig: je hebt geld nodig om je uitgaven te kunnen blijven betalen. Het vervroegen van je pensioen is één van de mogelijkheden om dat te regelen. Andere opties zijn bijvoorbeeld het gebruiken van spaargeld of beleggingen, het benutten van de overwaarde op je woning, een mogelijke RVU-uitkering van je werkgever, het inzetten van een lijfrente of het verlagen van je uitgaven. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol, zoals: de belastingdruk vóór en na je AOW-leeftijd, je gezondheid en natuurlijk je persoonlijke wensen en dromen. Onze tip: bekijk alles vanuit je netto besteedbaar inkomen.

Welke stappen neem jij?

Ga bij de keuze om eerder te stoppen met werken niet over één nacht ijs. Zorg dat je een compleet en realistisch beeld hebt van je eigen financiële situatie. Bij eerder stoppen komen pensioenadvies en financiële planning samen. Niet iedereen kan alle gevolgen goed overzien. Daarom is het verstandig om een ervaren pensioenexpert in te schakelen die jouw situatie bekijkt vanuit financiële planning. De pensioenadviseurs en financieel planners van Transparans hebben veel ervaring met dit soort trajecten en helpen je graag met inzicht en advies. Een goede pensioenplanning geeft snel een helder beeld, zodat je niets over het hoofd ziet en met een gerust hart kunt toewerken naar je pensioen.

Wil je weten wat dit voor jou betekent? Neem dan contact met ons op via 085-0866900 of stuur een e-mail naar e.strengers@transparans.nl

Dit nieuwsbericht is opgesteld naar de situatie per 5 oktober 2025

Contact Contact