Dit zijn de zes meest gemaakt fouten bij verplichte deelname pensioenfonds (bpf)

Zo voorkomt u verrassingen bij wel of niet verplichte deelname pensioenfonds

Deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds (bpf) kan wettelijk verplicht zijn. Dit is geregeld in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. In dat geval geldt de verplichtstelling voor iedereen die onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit valt. Zo zal bijvoorbeeld een metselaar die bij een bouwbedrijf werkt verplicht deelnemen aan het pensioenfonds voor de bouw (bpfBOUW). Het is echter lang niet altijd even duidelijk of de bedrijfsactiviteiten van een werkgever onder de werkingssfeer van een van de ruim 50 verplichte bedrijfstakpensioenfondsen vallen. Hierover wordt regelmatig geprocedeerd en in de praktijk merken wij dat hier vaak misverstanden over bestaan. In dit artikel zetten wij de zes meest gemaakte fouten op een rij. Ook geven wij tips hoe u veel ellende en financiële schade kunt voorkomen. 

1. Ik heb via een pensioenverzekeraar al een pensioenregeling voor mijn medewerkers geregeld en heb zodoende niets te maken met een bedrijfstakpensioenfonds.

Als een werkgever al een pensioenregeling voor de medewerkers heeft afgesloten bij een pensioenverzekeraar betekent dit niet dat het bedrijf daarom niet meer onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds (bpf) kan vallen. Onze tip is om altijd een bpf-werkingssfeeronderzoek uit te laten voeren. Als namelijk blijkt dat het bedrijf onder de werkingssfeer van een verplicht bpf valt dan zijn de werkgever en de werknemers wettelijk verplicht om de statuten en reglementen van het pensioenfonds na te leven. Dit betekent onder meer dat de werkgever de medewerkers moet aanmelden bij het pensioenfonds, premie moet afdragen en informatie moet verstrekken. Ofwel: de werkgever heeft geen eigen keuze meer met betrekking tot de soort pensioenregeling en de pensioenuitvoerder.

Omdat het bpf een werkgever met terugwerkende kracht kan aansluiten kan dit tot veel (financiële) problemen leiden. Overweegt u om aan uw medewerkers een pensioenregeling aan te bieden? Toets dan eerst of u niet verplicht bent om aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds.

2. Ik heb van een bedrijfstakpensioenfonds een vragenformulier verplichte aansluiting ontvangen maar weiger om dit formulier in te vullen en terug te sturen.

Als een bpf u zonder verdere toelichting een vragenformulier toestuurt dan bent u op voorhand niet verplicht om dit formulier in te vullen. Op grond van “maatschappelijke zorgvuldigheid” is het wel aan te raden om in actie te komen als het bpf, op basis van een eerste indicatie – bijvoorbeeld op basis van de SBI-code of de sectorindeling bij de belastingdienst – van mening is dat uw bedrijf onder de werkingssfeer valt en u in het kader van vervolgonderzoek een vragenlijst toestuurt. In dat geval is het belangrijk dat u het vragenformulier juist en volledig invult en terugstuurt naar het bpf. Bij twijfel raden wij u aan om een pensioenspecialist in te schakelen.

Tip: als een bpf stelt dat u onder de werkingssfeer valt, en u bent het hier niet mee eens, blijf dan niet apathisch afwachten tot u een dwangbevel ontvangt. Maak schriftelijk bezwaar bij de pensioenuitvoerder op het moment dat u de aansluit- of welkomstbrief ontvangt.  Als een bpf voldoende feiten presenteert waarom de werkgever onder de werkingssfeer valt, dan heeft het fonds voldaan aan zijn stelplicht. Is een werkgever het hier niet mee eens dan moet hij die feiten gemotiveerd betwisten. Hebt u hier hulp bij nodig? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag.

3. Mijn accountant heeft dit al uitgezocht en gaf aan dat er geen cao van toepassing is. Daarom ben ik verder niet verplicht om mij aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds.

Dit is een hardnekkig misverstand. Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) en de werkingssfeer van een verplicht bpf zijn twee verschillende zaken. De verplichte werkingssfeer voor het pensioen kan afwijken van de werkingssfeer die geldt voor de cao. Dit kan tot gevolg hebben dat een werkgever wel onder de werkingssfeer van een cao valt maar niet verplicht hoeft deel te nemen aan de pensioenregeling van het bpf. Wist u bijvoorbeeld dat pensioenbepalingen nooit algemeen verbindend verklaard kunnen worden in een cao? Toets daarom altijd of u onder de werkingssfeer van een bpf valt. Zo weet u zeker dat u goed zit.

4. Als een pensioenfonds mij op het spoor komt dan vraag ik wel vrijstelling aan.

Hoewel er een aantal wettelijke vrijstellingsgronden bestaan – dit is geregeld in het vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 - is het maar de vraag of u hier gebruik van kunt maken. Vrijstelling aanvragen is altijd een actie die vanuit de werkgever moet komen. Een bedrijfstakpensioenfonds zal dit niet uit zichzelf aanbieden. Bovendien is het aantal vrijstellingsgronden beperkt, gelden hier specifieke regels voor en worden er voorschriften aan de vrijstelling verbonden. Onze pensioenconsultants kennen alle vrijstellingsgronden en helpen u graag.

Als een werkgever vanwege een wijziging van de bedrijfsactiviteiten onder de werkingssfeer van een verplicht bpf komt te vallen en hij al, tenminste 6 maanden voordat men onder de werkingssfeer kwam te vallen, een pensioenregeling voor de medewerkers had afgesloten bestaat er de mogelijkheid om een vrijstelling aan te vragen. Echter, hieraan wordt wel het voorschrift verbonden dat de bestaande pensioenregeling te allen tijde tenminste actuarieel en financieel gelijkwaardig moet zijn aan die van het bpf. Om dit aan te kunnen tonen is specialistische kennis nodig. Wij beschikken hierover en helpen u in voorkomende gevallen graag met uw vrijstellingsverzoek.

5.  Het pensioenfonds bepaalt zelf of een bedrijf onder de verplichtstelling valt.

Veel werkgevers denken dat het bedrijfstakpensioenfonds uiteindelijk bepaalt of een bedrijf, en haar medewerkers, verplicht zijn om zich aan te sluiten. Dit is niet juist. De werkingssfeer bepaalt of een werkgever en de medewerkers zich moeten aansluiten. De werkingssfeer van een bpf kunt u vinden in de statuten van het fonds of in het verplichtstellingsbesluit dat in de Staatscourant is gepubliceerd.

Er kan natuurlijk verschil van inzicht bestaan hoe een werkingssfeer moet worden uitgelegd. Van belang is dan om te weten dat de tekst van het verplichtstellingsbesluit doorslaggevend is. Dit eventueel aangevuld met jurisprudentie. Bij de uitleg van de tekst moet de zogenaamde “CAO-norm” worden gehanteerd. Hierbij zijn de bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de hele tekst, in principe van doorslaggevende betekenis. Ook de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen is hierbij van belang. Maar niet de niet gepubliceerde bedoelingen of een uitleg van het pensioenfonds op de website. Worden pensioenfonds en werkgever het niet eens over de uitleg dan moet de rechter duidelijkheid verschaffen.

6. Ik heb jaren geleden al een werkingssfeeronderzoek laten uitvoeren en toen bleek dat deelneming aan een bedrijfstakpensioenfonds niet aan de orde was.

Een bedrijf is niet statisch. De bedrijfsactiviteiten kunnen in de loop van de jaren wijzigen. Ook een fusie of overname kan er voor zorgen dat de kernactiviteiten wijzigen. Aan de andere kant geldt dit ook voor verplichtstellingsbesluiten. Deze worden ook regelmatig aangepast. Het regelmatig toetsen of men onder een werkingssfeer van een verplicht bpf valt is dan ook geen overbodige luxe. Primair is de werkgever hiervoor verantwoordelijk. Echter, ook andere partijen kunnen hierbij een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan: de accountant, het loonverwerkingsbedrijf of de pensioenadviseur die de verzekerde pensioenregeling heeft afgesloten.

De vraag of men onder de werkingssfeer van een bpf valt is zeker relevant in de volgende gevallen: als er sprake is van een fusie, overname of wijziging activiteiten (uitbreiding of inkrimping). Maar denk bijvoorbeeld ook aan de situatie dat een bedrijf een webshop begint waarbij ook aan particulieren wordt verkocht. In dat geval kan het bpf detailhandel van toepassing worden. Periodiek toetsen of uw bedrijf onder de werkingssfeer van een verplicht bpf valt is dan ook zeker aan te raden. Transparans Pensioenconsultants beschikken over gediplomeerde bpf werkingssfeeradviseurs. Meer weten of vrijblijvend een afspraak maken? Neem dan gerust contact met ons op.

Wat moet u hiervan onthouden?

Het is belangrijk om er zeker van te zijn dat u de pensioenregeling voor uw medewerkers bij de juiste pensioenuitvoerder heeft ondergebracht. Check allereerst of u mogelijk onder de werkingssfeer van een verplicht bpf valt. Is dit niet het geval dan bent u in principe vrij om wel of geen pensioenregeling aan te bieden aan uw medewerkers. Als u wel een pensioenregeling aanbiedt dan bent u vrij in de keuze bij welke aanbieder u de collectieve pensioenregeling onderbrengt.

Komt u erachter dat u eigenlijk onder de werkingssfeer van een verplicht bpf valt of dat u niet bij de juiste pensioenuitvoerder bent aangesloten dan is het raadzaam om een pensioenspecialist in te schakelen. Deze kan de gevolgen voor u in beeld brengen, onderzoek doen of er mogelijk gebruik kan worden gemaakt van een vrijstelling en u terzijde staan bij het aanmeldingstraject richting pensioenfonds. Met name het moment waarop u zich verplicht moet aansluiten kan een groot verschil maken. Zeker als u al wat langer geleden onder de werkingssfeer van een verplicht bpf bent komen te vallen. Klik hier als u nog meer wilt lezen over verplicht pensioen.

Wat kunnen wij voor u doen?

Advies over verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds.

Uitvoeren van een werkingssfeeronderzoek (of second opinion).

U helpen als u tegenover een bedrijfstakpensioenfonds komt te staan dat van mening is dat u zich verplicht moet aansluiten.

Wilt u meer informatie of wilt u vrijblijvend van gedachten wisselen met een van onze pensioenconsultants? Neem dan contact met ons op. Tijdens kantooruren zijn wij bereikbaar op telefoonnummer: 0742550345. Of laat hier een terugbelverzoek achter. Wij nemen dan op werkdagen binnen 24 uur contact met u op.