Verplicht pensioen

Pensioen werkgever verplicht?

Een vraag die we regelmatig krijgen is of pensioen verplicht is. Variaties hierop worden ook vaak gesteld, zoals: "Is een pensioenregeling verplicht?" "Moet een werkgever pensioen afdragen?" en "Ik wil geen pensioen opbouwen. Kan ik afzien van pensioen?" Om u duidelijkheid te geven, zetten we de belangrijkste punten over verplicht pensioen duidelijk voor u op een rij.

In principe is een werkgever niet verplicht om een pensioenregeling aan te bieden aan zijn medewerkers. Evenmin kunnen medewerkers verplicht worden om deel te nemen aan een pensioenregeling. Toch zijn er in de praktijk veel situaties waarin deze hoofdregel niet geldt.

Hoewel er in Nederland geen algemene wettelijke verplichting is voor werkgevers om pensioen aan te bieden, betekent dit niet dat een werkgever volledige vrijheid heeft in deze beslissing.

Er kunnen verplichtingen zijn op basis van: CAO’s, werkingssferen van bedrijfstakpensioenfondsen of andere regelingen. Ook kan een werkgever aan een of meerdere werknemers beloftes hebben gedaan ten aanzien van pensioen. Verder is van belang dat een werkgever niet zomaar - éénzijdig - een pensioenregeling kan invoeren, wijzigen of intrekken. Het is belangrijk om zeker te weten of je als werkgever verplicht bent een pensioenregeling aan te bieden, of er inhoudelijke eisen aan je pensioenregeling worden gesteld en of je gebonden bent aan een specifieke pensioenuitvoerder (pensioenfonds). Een verkeerde inschatting op dit gebied zal meestal grote financiële gevolgen hebben.

Onze pensioenexperts staan klaar om u concreet advies te geven, zodat u volledige duidelijkheid hebt en zonder zorgen verder kunt. Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie of een adviesopdracht.

Wanneer wél verplicht pensioen opbouwen?

De keuzevrijheid van een werkgever om wel of geen pensioen aan te bieden aan de medewerkers kan bijvoorbeeld worden beperkt door:

  1. Verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds (Bpf).
  2. Gebondenheid aan een CAO, waarin pensioenverplichtingen zijn opgenomen.
  3. Het instemmingsrecht van de ondernemingsraad (op grond van artikel 27 WOR).
  4. Een reeds bestaande uitvoeringsovereenkomst die de werkgever met een pensioenuitvoerder heeft afgesloten.
  5. Wettelijke bepaling uit onder meer de Pensioenwet.

Het is belangrijk om hier als werkgever absolute zekerheid over te hebben. Onterecht geen of een verkeerd pensioen aanbieden kan leiden tot forse nabetalingen, juridische claims en boetes. Door vooraf duidelijheid te hebben voorkomt u dit soort risico's en weet u dat u de arbeidsvoorwaarden goed geregeld hebt. Twijfelt u over uw pensioenverplichtingen? Neem dan contact met ons op voor een helder advies. 

Verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds (Bpf)

Op basis van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 kan een onderneming, en haar werknemers, onder de werkingssfeer van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds vallen. Dit betekent dat een werkgever wettelijk verplicht is om de pensioenregeling van het betreffende fonds aan te bieden en alle werknemers bij het pensioenfonds aan te melden.

Gevolgen van niet-aansluiten bij een verplicht pensioenfonds

Als een werkgever niet voldoet aan deze verplichting, en ten onrechte niet is aangesloten bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, kunnen de financiële consequenties aanzienlijk zijn. De werkgever zal meestal met terugwerkende kracht worden verplicht om alsnog alle gemiste pensioenpremies te betalen, inclusief eventuele boetes en rente. Dit kan grote financiële schade opleveren voor de werkgever. Meestal kunnen de eigen bijdrages van de werknemers niet meer door de werkgever worden ingehouden zodat de werkgever uiteindelijk opdraait voor alle achterstallige pensioenpremies. Het is daarom van essentieel belang om tijdig te onderzoeken of uw bedrijf en/of de medewerkers onder de werkingssfeer van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds vallen.

Werkingssfeeronderzoek? Wij weten de weg

Het vaststellen of een werkgever onder de werkingssfeer van een verplichtegsteld bedrijfstakpensioenfonds valt, is vaak complex. Veel ondernemers en hun accountants ervaren dit als een lastige puzzel met grote gevolgen. Transparans heeft ruime ervaring met dit soort vraagstukken en kent de weg in de wet- en regelgeving.

Als gediplomeerd Bpf-werkingssfeeradviseur en Wft-pensioenadviseur helpen wij u bij het zorgvuldig uitvoeren van het werkingssfeeronderzoek en geven wij helder advies over een eventuele verplichte aansluiting en eventuele mogelijk om gebruik te maken van een dispensatiemogelijkheid. Zo voorkomt u onnodige risico’s en weet u zeker dat u aan uw wettelijke verplichtingen voldoet.

Wie valt er onder een verplicht pensioenfonds?

In Nederland bouwen veel werknemers verplicht hun pensioen op via een bedrijfstakpensioenfonds. Dit komt doordat in veel sectoren een zogenoemde verplichtstelling geldt. werkgevers moeten hun medewerkers aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds als zij onder de werkingssfeer van die sector vallen. Deze verplichting is vastgelegd in wet- en regelgeving en/of cao-afspraken. In Nederland zijn de meeste werknemers verplicht aangesloten bij een van de ruim 50 bedrijfstakpensioenfondsen. Bekende pensioenfondsen zijn onder andere:

  • ABP: voor werknemers bij de overheid en het onderwijs
  • PFZW: voor de sector zorg en welzijn
  • BPF Bouw: voor de bouwsector
  • Pensioenfonds Metaal en Techniek: voor de metaal- en technische sector
Regelmatig onderzoek noodzakelijk

De werkingssfeer van een verplicht pensioenfonds kan veranderen – en dat geldt ook voor de activiteiten van uw bedrijf. Wat eerst niet verplicht was, kan dat later wel zijn (of andersom). Ook kan er een nieuwe verplichtstelling komen voor uw branche. Regelmatige toetsing voorkomt verrassingen en zorgt dat u tijdig kunt handelen.

Misverstanden over verplichte deelname

Mag ik zelf een pensioenregeling kiezen of moet ik me aansluiten bij een verplicht pensioenfonds? En wat als ik maar een klein deel van de werkzaamheden in een bepaalde branche verricht? Rondom verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds bestaan veel misverstanden — en die kunnen vervelende (en dure) gevolgen hebben.

In ons nieuws artikel "de zes meest gemaakte fouten bij verplichte deelname pensioenfonds (bpf)" zetten we de meest gemaakte fouten op een rij en leggen we uit hoe je ze voorkomt. Zeker lezen dus! Lees nu. 

Hoe toets je of je onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds valt?

Het is erg belangrijk om periodiek te toetsten of uw bedrijf en/of de medewerkers onder de werkingssfeer van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds vallen. De werkgever is hier primair zelf verantwoordelijk voor. Echter, ook voor de accountant, het loonbureau of de pensioenadviseur kan hier een rol zijn weggelegd.

Verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds is een onderwerp dat tot veel discussies leidt. Wist u dat dit onderwerp in de top 3 staat van pensioenonderwerpen waarover het meest geprocedeerd wordt?

Wilt u een volledig overzicht van alle 43 verplichte bedrijfstakpensioenfondsen? Klik dan hier

Wat is de rol van Transparans Pensioenconsultants?

De pensioenconsultants van Transparans hebben veel kennis van en ervaring met vraagstukken rondom verplichte deelname aan een  bedrijfstakpensioenfonds en vrijstellingsverzoeken. Wij helpen u graag bij:

✔️  Werkingssfeeronderzoek uitvoeren
✔️  Second opionion uitvoeren (verplichte aansluiting wel correct en wel bij juiste pensioenfonds)?
✔️  Bezwaarprocedures voeren en goed onderbouwde bezwaarschriften schrijven als u in discussie bent met een pensioenfonds
✔️  Toetsen vrijstellingsmogelijkheden
✔️  Vrijstellingsverzoek voor u opstellen en indienen

Vrijstelling verplichte deelname bedrijfstakpensioenfonds

Wist u dat er wettelijk 6 vrijstellingsgronden zijn waar u mogelijk gebruik van kunt maken als u als werkgever niet wenst deel te nemen aan een verplicht bedrijfstakpensioenfonds? Dit is geregeld in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. Wordt uw vrijstellingsverzoek gehonoreerd dan hoeven de medewerkers niet verplicht pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds. Dit biedt u dan de mogelijkheid om zelf een eigen pensioenregeling te ontwerpen en deze bij een pensioenuitvoerder van uw keuze onder te brengen (denk bijvoorbeeld aan een pensioenverzekeraar, een premiepensioeninstelling (ppi) of algemeen pensioenfonds. Kort en goed gaat het om de volgende vrijstellingsgronden:

  1. Vanwege een bestaande pensioenregeling
  2. In verband met groepsvorming
  3. Vanwege een eigen cao
  4. In geval van nettopensioen
  5. In verband met onvoldoende beleggingsrendement
  6. Vrijstelling om andere redenen

Benieuwd of uw bedrijf in aanmerking komt voor vrijstelling?
Wij kennen de vrijstellingsgronden door en door en onderzoeken graag of uw onderneming gebruik kan maken van een uitzondering op de verplichte aansluiting. Zo voorkomt u onnodige kosten en kiest u voor een regeling die écht bij uw situatie past.

Neem contact met ons op of laat een terugbelverzoek achter voor een helder en onderbouwd advies.

Pensioenverplichtingen op basis van een CAO

Kort gezegd is een cao een overeenkomst - waarin voornamelijk arbeidsvoorwaarden worden geregeld - tussen een of meer werkgeversverenigingen en een of meer vakbonden. In een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) kunnen bepalingen en voorwaarden zijn opgenomen waaraan de pensioenregeling moet voldoen of kan verplicht zijn voorgeschreven bij welke pensioenuitvoerder het pensioen moet worden ondergebracht.

Een werkgever is gebonden aan een cao als hij lid is van een werkgeversvereniging die bij de afgesloten cao betrokken is en hij tevens onder de werkingsfeer van de betreffende cao valt. Meestal sluit de werkingssfeer van een cao aan bij de werkingssfeer van het hieraan gekoppelde bedrijfstakpensioenfonds. Echter, dit is niet altijd het geval.

Cao-bepalingen over pensioen kunnen niet algemeen verbindend worden verklaard. Dit betekent dat de ongebonden werkgevers en werknemers hier in principe niet aan gehouden zijn. Wel blijft het dan altijd zaak om te onderzoeken of de werkgever en de werknemers mogelijk niet wel onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds vallen.

Tip: onderzoek regelmatig of u als werkgever gebonden bent aan een cao. Voor wat betreft pensioen kan dit bijvoorbeeld het geval zijn als u:

- Lid bent van een werkgeversvereniging die betrokken is bij een afgesloten cao en u onder de werkingssfeer van deze cao valt.
- In de arbeidsovereenkomsten verwijst naar een bepaalde cao.
- Op grond van algemeen verbindend verklaarde bepalingen uit een cao.

Beperkingen voor werkgever vanwege instemmingsrecht ondernemingsraad (OR)

De contractsvrijheid van de werkgever op het punt van pensioen wordt verder beperkt door het zogenaamde instemmingsrecht van de OR. Dit instemmingsrecht is geregeld in artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (Wor). Het instellen van een ondernemingsraad is wettelijk verplicht als in de onderneming in de regel tenminste 50 personen werkzaam zijn. Bij het vaststellen van het aantal in de onderneming werkzame personen mag er geen onderscheid gemaakt worden tussen mensen die voltijd werken en mensen die in deeltijd werken.

Op grond van de Wor moet de ondernemer (werkgever) instemming hebben van de OR voor elk door hem voorgenomen besluit voor het invoeren, wijzigen of intrekken van onder andere een pensioenovereenkomst (pensioenregeling).

Overigens ook zonder een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kan een werkgever niet zomaar besluiten om een pensioenregeling in te voeren, te wijzigen of in te trekken.

Werkgever heeft al een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met een pensioenuitvoerder

In deze situatie is de werkgever nagenoeg altijd contractueel verplicht om ook alle nieuwe medewerkers bij de pensioenuitvoerder aan te melden. Dit heeft er onder meer mee te maken dat een pensioenuitvoerder in principe niet mag vragen naar de gezondheidstoestand van de werknemers. Om nu te voorkomen dat alleen werknemers met een minder goede gezondheid worden aangemeld eist de pensioenuitvoerder dat alle medewerkers - of een groep van medewerkers - worden aangemeld. 

Beperkingen vanwege wettelijke bepalingen

De twee meest voorkomende situaties waarbij een werkgever niet vrij is in de keuze voor het wel of niet aanbieden van een pensioenregeling of de pensioenuitvoerder werken wij hieronder voor u uit.

Een werkgever moet een nieuwe werknemer binnen een maand nadat deze in dienst is gekomen schriftelijk informeren of hij al of niet zal deelnemen aan een pensioenregeling (formeel heeft men het over het doen van een aanbod voor een pensioenovereenkomst). Dit is zowel geregeld in de Pensioenwet als in het Burgerlijk Wetboek. Laat een werkgever dit na dan kan dit tot gevolg hebben dat de nieuwe werknemer - als deze behoort tot dezelfde groep werknemers die al deelnemen aan een pensioenregeling - automatisch ook gaat deelnemen aan deze pensioenregeling.

Veel gestelde vragen (FAQ's) over verplicht pensioen

We ontvangen regelmatig vragen over verplichte pensioenregelingen. Werkgevers hebben soms discussies met pensioenfondsen en willen bijvoorbeeld weten of zij verplicht zijn om een pensioenregeling aan te bieden. De meest voorkomende vragen hebben we hieronder voor u op een rij gezet, voorzien van heldere en praktische antwoorden. Staat uw vraag er niet bij of wilt u advies op maat? Neem dan gerust contact met ons op.

Antwoord

Als u werkzaamheden uitvoert die onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds vallen dan bent u in principe verplicht om deel te nemen aan deze pensioenregeling. Er is hier eigenlijk geen uitweg mogelijk. Afstandsverklaringen en afstandsovereenkomsten werken in dit geval niet. Dit volgt onder meer uit de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000.

Als duidelijk is dat er géén verplichte aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds is dan kan het nog zo zijn dat een van de volgende situaties van toepassing is. Ook dan zal er in principe sprake zijn van verplichte deelname aan de pensioenregeling.  

1. In de arbeidsovereenkomst die u bent aangegaan met uw werkgever wordt gesteld dat u deelneemt aan de collectieve pensioenregeling.

2. Uw werkgever heeft met u een pensioenovereenkomst afgesloten en een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met een pensioenuitvoerder waarbij de afspraak is dat alle medewerkers verplicht moeten worden aangemeld.

Een typisch voorbeeld waarbij er geen sprake zal zijn van verplichte deelname is de volgende. Stel u bent al jaren in dienst zonder pensioenregeling. Nu sluit uw werkgever, met de beste bedoelingen, voor de eerste keer een collectieve pensioenregeling af voor de medewerkers die bij hem in dienst zijn. Er wordt ook een eigen bijdrage van de werknemers verlangt die op het brutoloon wordt ingehouden. In dit geval kan uw werkgever u niet dwingen om verplicht deel te nemen aan de pensioenregeling en hoeft u ook niet akkoord te gaan met de verplichte eigen bijdrage. Uw werkgever wil in dit geval namelijk een pensioenovereenkomst met u sluiten. Deze komt pas tot stand nadat het aanbod is gedaan en u deze heeft aanvaard. Zonder aanvaarding komt er geen pensioenregeling tot stand. Als uw werkgever u een pensioenregeling aanbiedt zonder dat u hieraan hoeft bij te dragen dan is dit voor u financieel gezien natuurlijk wel aantrekkelijk en kunnen wij niet snel een reden verzinnen waarom u hiervan zou afzien. 

Heeft u nog vragen of is er iets niet helemaal duidelijk? Bel ons gerust op 085-0866900. We helpen u graag verder.

Antwoord

In de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 staan geen bijzondere regels over de bewijslastverdeling. Daarom moeten wij terugvallen op de hoofdregel uit het bewijsrecht. Deze luidt kortgezegd: 'wie eist bewijst'.

Stelt een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een eerste beoordeling – bijvoorbeeld op grond van de SBI-code, uw bedrijfswebsite of andere informatie – dat uw onderneming en/of uw werknemers onder de werkingssfeer van het fonds vallen, dan heeft het fonds daarmee in principe aan zijn stelplicht voldaan. Bent u het daar niet mee eens, dan is het aan u om met tegenbewijs te komen.

De werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds zal in de statuten van het pensioenfonds zijn opgenomen. Meestal is deze ook op de website van het pensioenfonds te vinden of te downloaden. In de werkingssfeer worden - objectief - de bedrijfsactiviteiten genoemd die onder de werkingssfeer vallen. 

De werkingssfeer van een pensioenfonds wordt vaak ingewikkeld beschreven. Veel werkgevers vinden het lastig om deze teksten goed te begrijpen en er duidelijke conclusies uit te trekken. Daarom schakelen zij hiervoor vaak een gespecialiseerde pensioenadviseur in. Wilt u snel een eerste indruk krijgen of uw bedrijf onder de werkingssfeer van een pensioenfonds valt? Dan is een Quickscan Verplicht Pensioen door Transparans een slimme keuze.

Deze tekst is opgesteld naar de situatie per 1 augustus 2025

Antwoord

De vraag of en hoe vrijstelling mogelijk is van verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds wordt ons regelmatig gesteld. Werkgevers willen steeds vaker zélf keuzes maken over de inrichting van hun pensioenregeling, zonder hierbij gebonden te zijn aan collectieve verplichtingen. De onzekerheid rondom de aankomende veranderingen door de Wet toekomst pensioenen (WTP) speelt daarbij ook een grote rol. Ook de toenemende kosten en solidariteitsbijdragen waar je bij pensioenfondsen mee te maken hebt zorgen ervoor dat werkgevers kritisch kijken naar alternatieven.

Taak van het bedrijfstakpensioenfonds tot het verlenen van vrijstelling
Voor alle werkgevers is het goed om te weten dat er diverse mogelijkheden bestaan om onder de verplichte deelname uit te kunnen. In het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 worden vijf verplichte vrijstellingsgronden genoemd. Als een werkgever aan alle voorwaarden voldoet die in het vrijstellingsbesluit staan genoemd dan moet het bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling verlenen. Ook is het nog mogelijk dat een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een  zogenaamde vrijwillige vrijstellingsmogelijkheid vrijstelling verleent. 

Belangrijk om te weten: alleen de werkgever kan een verzoek tot vrijstelling indienen bij het pensioenfonds.

De 5 verplichte vrijstellingsgronden

  1. Vrijstelling wegens een reeds bestaande pensioenregeling.
  2. Vrijstelling in verband met groepsvorming.
  3. CAO-vrijstelling (eigen CAO).
  4. Vrijstelling in geval van nettopensioen.
  5. Vrijstelling in verband met onvoldoende beleggingsrendement.

Daarnaast kan het bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling verlenen "om andere redenen".  Het is daartoe dus niet verplicht. Het bedrijfstakpensioenfonds mag hierbij een terughoudend vrijstellingsbeleid voeren. Echter, er zal een belangenafweging moeten plaatsvinden en als er sprake is van een afwijzing dan zal dit deugdelijk gemotiveerd moeten worden.

Procedure en voorschriften
Een vrijstellingsprocedure begint altijd met een verzoek om vrijstelling door de werkgever (meestal bijgestaan door een terzake kundige adviseur). Het bedrijfstakpensioenfonds heeft te maken met maximale termijnen met betrekking tot de behandeling van een vrijstellingsverzoek. Als een bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling verleent dan kan zij hier voorschriften aan verbinden. Bekende en voor de leek vaak lastig te doorgronden voorschriften zijn: verzekeringstechnisch nadeel, gelijkwaardige regeling (actuariële en financiële gelijkwaardigheid) en de eis dat er dezelfde aanspraken worden toegekend. Het bestuur van een bedrijfstakpensioenfonds kan een eenmaal verleende vrijstelling ook weer intrekken als de werkgever niet meer voldoet aan een van de door het fonds gestelde eisen. 

Goed onderzoek vooraf voorkomt veel problemen
Het is raadzaam om vooraf goed te (laten) onderzoeken wat de (financiële) gevolgen van een vrijstellingsverzoek zijn. Het is niet altijd zeker dat een pensioenverzekeraar of een premie pensioen instelling een lagere premie hanteert of betere voorwaarden. Zeker als een bedrijf een personeelsbestand heeft waarbij de gemiddelde leeftijd wat hoger ligt dan het gemiddelde, kan de premie bij een bedrijfstakpensioenfonds wel eens gunstiger zijn. In zijn algemeenheid profiteren vooral bedrijven met een lagere gemiddelde leeftijd het meest van een vrijstelling. Let op: in specifieke gevallen rekent het pensioenfonds een "verzekeringstechnisch nadeel" aan de werkgever door. Dit kan flink in de papieren lopen. Soms tot tienduizenden euro’s.

Wilt u meer weten over het aanvragen van vrijstelling van verplichte deelname aan een pensioenfonds, ook in het licht van de nieuwe pensioenwetgeving? Neem dan contact op met de pensioenexperts van Transparans. Wij denken graag met u mee.

Antwoord

Een bedrijf heeft een pensioenregeling afgesloten voor alle werknemers. Wij noemen dit ook wel een collectieve pensioenregeling. Stel dat een werknemer besluit dat hij of zij niet wil deelnemen aan deze pensioenregeling. De werknemer is kwestie is bereid om dit middels een afstandverklaring te bevestigen. Is dit dan toegestaan?

Het korte antwoord is dat er pas een pensioenovereenkomst tot stand komt nadat de werknemer het pensioenaanbod van de werkgever heeft geaccepteerd. Ofwel als de werknemer "nee" zegt tegen het aanbod dan komt er geen pensioenovereenkomst tot stand en hoeft de werknemer niet verplicht deel te nemen. In de praktijk ligt dit echter veel genuanceerder. 

Problemen bij afstandsverklaringen pensioen

De werkgever heeft een contract afgesloten met een pensioenverzekeraar of een premie pensioen instelling (ppi), bijvoorbeeld: Nationale Nederland of Allianz. In de uitvoeringsovereenkomst - die is afgesloten tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder - wordt altijd opgenomen dat de werkgever verplicht is om alle medewerkers bij de pensioenuitvoerder aan te melden. Doet de werkgever dit niet dan pleegt hij contractbreuk en is hij mogelijk schadeplichtig. In deze situatie kan een werknemer dus géén afstand doen van deelname aan de pensioenregeling. 

Als een werkgever en de werknemers onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds vallen dan is het wettelijk niet mogelijk om af te zien van pensioen. Wel of niet deelnemen is dan geen issue. Iedereen doet verplicht mee.

In de praktijk komt het nog geregeld voor: werknemers die op eigen verzoek niet deelnemen aan de collectieve pensioenregeling. Vaak wordt dan eenzogenaamde afstandsverklaring opgesteld waarin de werknemer aangeeft af te zien van deelname aan de pensioenregeling. Dit lijkt een nette oplossing, maar kan grote risico’s met zich meebrengen. Met name bij overlijden.

Veel juridische discussies ontstaan namelijk pas achteraf, wanneer blijkt dat er geen partner- of wezenpensioen wordt uitgekeerd als de werknemer is overleden. Kan de werkgever dan niet aantonen dat de werknemer op een juiste, volledige en begrijpelijke manier is voorgelicht over de gevolgen van het afzien van pensioen, én is dit niet zorgvuldig vastgelegd? Dan is de kans groot dat er tóch moet worden uitgekeerd.

Omdat de werknemer nooit is aangemeld bij de pensioenuitvoerder, zal deze niet uitkeren. In dat geval draait de werkgever op voor het volledige nabestaandenpensioen. En dat kan flink in de papieren lopen. Soms gaat het om bedragen van enkele tonnen. Als de pensioenuitvoerder wél uitkeert aan de nabestaanden, dan zal die de schade op de werkgever verhalen. Kortom: een afstandsverklaring lijkt eenvoudig, maar brengt grote juridische en financiële risico’s met zich mee. Laat u daarom altijd goed adviseren.

Uitsluiten van groepen

Het is nog wel mogelijk om op basis van onderscheid in functie wel of niet een pensioenregeling aan te bieden. Dit kan dan alleen als het bedrijf niet verplicht moet deelnemen aan de pensioenregeling van een pensioenfonds. Dan heb je immers geen keuze. Een werkgever die een verzekerde pensioenregeling heeft kan dit onderscheid bijvoorbeeld wel maken. Denk hierbij aan de situatie dat de binnendienst wel een pensioenregeling heeft maar de buitendienst niet. Wel is het in dit soort situaties oppassen met zogenaamd indirect onderscheid (op basis van bijvoorbeeld leeftijd of geslacht). Dit laaste is wettelijk verboden. Dit alles moet goed worden afgestemd en op een juiste wijze worden vastgelegd. Onze pensioenconsultants helpen u hier graag bij.

Dit antwoord is opgesteld naar de situatie per 1 augustus 2025. 

Contact Contact